Loes Riphagen | Interview — op bezoek in haar Amsterdamse atelier!

Mijn advies? Luister niet naar iederéén — er zijn altijd mensen die je dingen afraden, maar het is jóuw keuze!

Als je aan Loes Riphagen denkt, denk je al snel aan Coco kan het! En met goede reden ook, want dit boek is een waar pareltje, dat in meerdere talen vertaald is. Het is zelfs Prentenboek van het jaar 2021 geworden! Maar naast dit prachtige boek, heeft Loes er nog een veel meer! Haar boeken zijn allemaal grotendeels met de hand ontworpen — dat maakt ze zo uniek. Hoog tijd om 'ns op de koffie te gaan bij deze artistiekeling!

Waar komt die liefde voor kinderboeken vandaan?

Toen ik jong was, las ik eigenlijk helemaal niet zo veel, behalve strips. Maar mijn oma Truus gaf ons elk jaar een boek. Dat zijn 10 boeken die ik volledig grijs gelezen heb. Zij heeft mij echt wel die liefde voor kinderboeken bijgebracht.


...schetsen voor de cover van Kom mee, Kees


Haal je er ook veel inspiratie uit?

Ja, eigenlijk wel! Vooral voor Kom mee, Kees, mijn laatste boek, heb ik inspiratie gehaald uit deze boeken. Het kleurenpalet van dit boek lijkt heel erg op één van deze boeken. De grote pagina’s met al die groentinten in gouache, daar kun je wel de overeenkomsten vinden. Ik vind het zelf heel leuk om van die grote, paginavullende platen te maken die heel verhalend zijn. Er zitten ook veel kleine grapjes in mijn boeken. Veel personages komen in een ander boek ook weer naar voren. Ik maak er mijn eigen universum van, om het zo voor de kinderen, maar ook voor de voorlezers leuk te maken. Dit zie je ook duidelijk in Kees, waar Coco langskomt.

Je schrijft ook zelf je verhalen?

Klopt, dat heeft er ook een beetje mee te maken dat ik graag de regie in eigen hand hou. Vroeger maakte ik ook wel eens prentenboeken zonder tekst, omdat ik vond dat de tekeningen al voor zichzelf spraken, maar ik merkte dat het dan moeilijker is om het verhaal over te brengen. Ook voor kinderen en voorlezers is het handiger met tekst. Nu schrijf ik hele korte teksten als ondersteuning voor het beeld.

Wat voor materialen gebruik je vooral?

Ik gebruik vooral veel Ecoline®. Het is niet zonder reden dat ik er alle kleuren van heb! Daarbij gebruik ik sinds mijn laatste boeken vaak gouache, voor het mooie, dekkende effect.


Loes3

...het is niet zonder reden dat ik alle kleuren Ecoline® heb


Waarom specifiek deze materialen?

Mijn materiaalgebruik is door de jaren heen veel veranderd. Ik gebruikte vroeger veel aquarelverf, inkt en potlood. Hierna ging ik snel over naar Ecoline®. Maar werken met Ecoline® en aquarel tegelijkertijd was wel een uitdaging, omdat ze allebei zo vloeiend zijn. Nu gebruik ik vooral gouache en Ecoline®.

Maar Coco daarentegen heb ik met papercraft gemaakt. De achtergronden zijn wel gemaakt met Ecoline®, maar de dieren zelf zijn allemaal geknipt. Ik teken eerst een schets van het personage met potlood. Daarna leg ik het vel andersom op mijn lightpad, zodat je de lijnen er doorheen ziet. En dan ga ik elk onderdeel apart uittekenen. Daarna draai ik dat vel weer opnieuw om. Ik zie dan de lijnen erdoorheen en dan ga ik ze inkleuren met Ecoline®. Dat mag lekker ruim want je knipt het toch weer uit. Zodra het gekleurd is, moet het werk een tijdje drogen. Wanneer het gedroogd is, kun je de stukken uitknippen. Dat hoeft ook niet perfect netjes, want je wil juist dat mensen zien dat het geknipt is. Zodra je dan alle stukken hebt, kun je ze aan elkaar gaan lijmen. Zelf gebruik ik vooral COLLALL® lijm, maar ook Pritt kun je hiervoor gebruiken. Als laatste stap teken ik het mondje, de randjes in de vleugels, de pupillen en de pootjes met een zwart potloodje en dan heb je een Coco!

Dit is een hele leuke techniek, want je hebt echt een 3D effect. Ik scan dan de achtergrond en personages in en dan plak ze digitaal over elkaar en dan zie je pas hoe het er echt uit ziet. Ik vind het echt een geweldige techniek! Ik wilde het met Kees ook doen, maar daar paste het niet bij, dus toen ben ik het weer anders gaan doen. En zo kijk ik bij elk boek en elk verhaal welke techniek er dan weer bij past.


Loes4

Prentenboek van het jaar 2021 — Coco kan het!


Hoe voelt het, dat enthousiasme waarmee er gereageerd werd op Coco?

Ja dat is fantastisch! Prentenboek van het jaar winnen was wel echt een droom die uitkwam. Want als je die prijs wint, dan weet je dat er heel veel scholen en instellingen zijn die er leuke activiteiten mee gaan doen. Er zijn meer dan 100.000 exemplaren verkocht, dat had ik van tevoren nooit verwacht. En dat Coco ook in verschillende landen is uitgekomen, is natuurlijk iets om nooit te vergeten. Dit boek schreef ik voor mijn dochter, die ook Coco heet. Ik heb heel erg gekeken naar wat zij leuk vond en waar ze om moest lachen en daar is Coco kan het uit ontstaan! Hierdoor is het boek totaal anders geworden dan mijn vorige boeken. Dat juist dit boek het dan zo goed doet, maakt het wel extra speciaal. Ik ben nu druk bezig met Coco 2, maar die gaat er weer totaal anders uitzien!

Dus het volgende deel van Coco gaat er heel anders uitzien?

Ja, het wordt weer heel anders, maar ik ben nu nog in de fase dat ik aan het nadenken ben hoe het er exact uit gaat zien. Aan de ene kant wil ik juist weer gaan knippen net als bij Coco zelf, maar aan de andere kant trekt het gouache van Kees me nu ook heel erg aan. Ik ga daar nog even goed over nadenken voordat ik een beslissing maak.


Loes5

...wie wat bewaart, die heeft wat


In deze digitale tijd tóch analoog werken, waarom?

Dat heeft te maken met mijn persoonlijke smaak. Ik vind zelf dat je handwerk heel snel herkent en dat het een verhaal vaak een extra dimensie geeft. Ook in de winkel zie ik zelf al snel het verschil tussen handwerk en digitaal. En zelf heb ik dan toch eerder de neiging om dát boek op te pakken dat handgemaakt is, want dat trekt mij toch meer. Ik vind het ambacht dat erin steekt heel mooi. Ik vind het leuk om verwonderd te worden over hoe iets is gemaakt.

Ik werkte van vroeger alleen maar analoog en liet een ander er dan een digitale variant van maken. Helaas gebeurde het dan vaak dat de digitaal uitgeprinte versie er qua kleuren totaal anders uit zag, dan hoe ik het bedoeld had. Daarom heb ik toch besloten om zelf ook deels digitaal te gaan werken. Ik blijf analoog werken, maar de laatste bewerking maak ik dan digitaal. Zo weet ik precies dat hetgeen wat ik voor ogen had, er ook exact zo uit gaat zien.

Hoe ziet een dag op jouw atelier eruit?

Als eerste, koffie. Anders kom ik mijn dag niet door. Daarna ga ik lekker aan de slag. Ik plan mijn dag altijd heel zorgvuldig, waardoor ik nooit op een bepaald moment niets te doen heb. Ik doe dit natuurlijk al een tijdje, dus ik weet nu wel een beetje hoe het werkt. Ik heb altijd schetsboeken met ideetjes, waarvan ik er dan één uitzoek die ik uit ga werken. Ik begin eerst met het maken van schetsen. Als ik een hoofdpersonage heb gekozen, kan ik wel een week lang alleen maar bezig zijn met schetsen van dat personage te maken, tot ik het door en door ken. Op dat moment richt ik me vooral op het maken van een storyboard. Op basis daarvan ga ik het verhaal uitgebreider schetsen. En dan de scenes in spreads maken.


het prototype van Coco 2


Voor Coco 2 heb ik een prototype gemaakt, omdat de uitsneden in de pagina’s in lagen over elkaar heen zullen vallen. En zo werk ik steeds verder tot ik alle spreads compleet heb en met kleur aan de slag kan.

Hoe heb je je tijd op de Willem de Kooning Academie ervaren?

Ik vond het heel gezellig. Ik heb er veel geleerd. Ook hoe je veel werk kunt maken in korte tijd. En ik merkte ook dat hoe meer ik maakte, hoe meer ik mijn eigen stijl creëerde.

Ik probeerde me in mijn studie tijd wel vooral te richten op traditionele kunst. De focus lag vaak wel op digitale kunst, maar dat was in die tijd niets voor mij. Op momenten liep ik daar wel mee vast. Toch ben ik wel blij dat ik deze opleiding heb gedaan. Ik heb mijn eerste jaar in Groningen gedaan, maar daar kon ik niet echt een connectie maken met de mensen om me heen en de lessen waren veel vrijer dan ik verwacht had. Daarbij was de illustratie-richting toch nét wat te algemeen voor mijn smaak. Toen ik daarna naar Rotterdam ging, merkte ik wel dat ik daar meer mee had. Ik kon het beter vinden met mijn klasgenoten en de lessen waren veel meer gericht op het toepassen van je kunst. Dat had meer waarde voor mij persoonlijk. Aan een vak als idee-ontwikkeling op de WDKA, daar heb ik nu nog steeds veel aan.


Loes7

...Loes is natuurlijk niet alleen Coco


Wilde je altijd al prentenboeken illustreren?

Nee, eigenlijk niet. Toen ik jong was, wilde ik altijd ballerina worden. Niet dat ik überhaupt een keer een les gevolgd had, maar ik vond de bewegingen zo mooi. En daarom wilde ik dat worden! Toen ik ouder werd, kreeg ik juist veel interesse in archeologie. Die heb ik trouwens nog steeds. Ik verzamel graag mooie stenen en fossielen. Maar langzaamaan kreeg ik steeds meer interesse in knutselen. Ik vond het ontzettend leuk om in doosjes kleine poppenhuisjes te maken. Toen ik op de middelbare school mijn liefde voor tekenen ontdekte, wist ik dat ik de kunstacademie wilde gaan doen. Ik wist vanaf dat moment eigenlijk al wel dat ik prentenboeken wilde gaan maken. Ik maakte op de middelbare school al veel grote, kleurrijke tekeningen en dat past daar perfect bij. Toen ik naar de WDKA ging, kreeg ik veel verschillende opdrachten, ook om magazines te maken en kranten. Maar ik probeerde die altijd wel om te vormen naar mijn liefde voor prentenboeken.

Heb je hier dan ook je afstudeerproject van gemaakt?

Ja, dat klopt! We moesten een eigen project opzetten. Hiervoor heb ik het boek Slaapkamernachtdieren bedacht. Ik heb een deel hiervan daarna naar veel uitgeverijen in Nederland gestuurd. Ik heb zo breed mogelijk ingezet. Ik heb van ongeveer de helft een reactie gehad, maar er kwam helaas niet echt iets uit. Tot Fontein direct aangaf dat ze mijn boek wilde uitgeven. Toen Slaapkamernachtdieren uitkwam, ging mijn carrière eigenlijk in een vogelvlucht. Ik heb vanaf dat moment altijd mooie prentenboeken mogen maken.

Dat is wel uniek, dat je vanuit je studie meteen aan de slag kon.

Zeker, maar het heeft in mijn voordeel gewerkt dat ik meteen na het afstuderen alles opgestuurd heb, terwijl anderen nog moesten beginnen aan een idee of op vakantie gingen. Bovendien focusten anderen heel specifiek op één uitgeverij, terwijl ik mijn kansen breed heb ingezet. Als ik dat niet had gedaan, had mijn leven er mogelijk heel anders uit gezien.

Maar ik ben ook aan de lerarenopleiding begonnen, om maar die zekerheid te hebben van een baan. Het was echter niets voor mij, dus daar stopte ik al snel mee. Ik heb echt geluk gehad dat Fontein voor mij openstond, waardoor ik meteen kon gaan doen wat ik echt wilde.


Loes8

...Loes aan het werk


Wat zou je meegeven aan een student die net begint aan een kunstopleiding?

Richt je vooral op jezelf ontwikkelen. Ik heb veel collega’s die niet eens een opleiding ervoor hebben gedaan, maar gewoon heel veel zijn gaan tekenen. Ga vooral echt veel maken. Ook namaken, daar leer je juist heel veel van. Dit kan een vorm zijn, of een techniek of kleurenpalet. Hoe meer je dit in de vingers krijgt, hoe meer je ook zelf kunt gaan creëren.

Daarbij is het heel belangrijk dat je jezelf al snel in de markt gaat zetten. Je bent voor nu onzichtbaar, dus breng daar verandering in. Presenteer jezelf zowel online als offline, maar niet té uitgebreid. Als je je werk opstuurt naar een uitgeverij of bedrijf, geef ze dan niet je volledige werk, maar kies juist specifiek een paar werken uit die echt bij je passen.

Een andere tip die ik zou meegeven is: luister niet naar iedereen! Ik had een leraar die zei dat ik nooit prentenboeken-illustrator zou worden, omdat het zo’n competitieve markt is. Zelf was ik daar niet gevoelig voor, maar ik denk dat velen dat wel zijn. Omring je met mensen die ook in hetzelfde wereldje zitten, zodat je ook samen kunt sparren over ideeën. Dat zijn zeker tips waar je op de langere termijn veel aan kunt hebben.

De laatste vraag, heb je nog een droom die je graag uit zou willen laten komen?

Veel dromen die ik had zijn al uitgekomen. Ik mag doen wat ik leuk vind voor mijn werk en ik kan er daadwerkelijk van leven. Veel kinderen in verschillende landen lezen mijn boeken. Wat ik wel graag zou willen is dat ik me weer eens een lange tijd volledig op één opdracht kan focussen. Dat ik voor een jaar lang alle andere opdrachten afzeg en alleen maar daar mee bezig ben. Dit staat zeker op de planning!

Loes Profile 1

Over Loes

Loes Riphagen (1983) groeide op tussen de dieren op een boerderij in Oene, een klein dorp op de Veluwe. Samen met haar tweelingbroer vertrok ze naar Rotterdam om te studeren aan de Willem de Kooning Academie. Op dit moment woont en werkt Loes in Amsterdam.

Meer van Loes?

Ze nodigt je van harte uit haar te volgen!



© 2021 — tekst: Loes Riphagen & redactie Gerstaecker NL | © 2021 — beeld: Loes Riphagen & redactie Gerstaecker NL