Hoogwaardig aanbod aan aquarelverf van verschillende merken en kwaliteiten, zoals Winsor & Newton, Schmincke, Daniel Smith en vele meer. Wij bieden aquarelverf voor zowel de professionele kunstenaar, de hobbyist en student in tubes, napjes en vloeibare vorm.

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
tot -10%
prijsverlaging
tot -31%
tot -22%
prijsverlaging
-20%
vanaf  € 3,89 € 4,86
tot -40%
NIEUW
-15%
vanaf  € 10,45 € 12,29
tot -39%
prijsverlaging
vanaf  € 4,10 € 6,64
vanaf  € 5,25
tot -4%
prijsverlaging
vanaf  € 61,50 € 63,84
-15%
vanaf  € 27,11 € 31,89
-4%
prijsverlaging
-50%
vanaf  € 9,72 € 19,45
-4%
prijsverlaging
  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4

‘Aquarel’ is afkomstig van het Latijnse woord ‘aqua’ (=water); het begrip wijst op de betekenis die water bij dit soort verf en haar toepassing heeft. Om deze reden worden zij ook waterverven genoemd. Zelfs bij de productie speelt water al een belangrijke rol: het hoofdbindmiddel, gummi arabicum, is gemaakt van boomhars uit het noordelijkste gedeelte van Afrika. Om deze te kunnen verwerken, worden zij in water opgelost (en gereinigd). De zo ontstane dik vloeibare massa wordt volgens het kleurindividuele receptuur met het pigment en weinig andere hulpstoffen tot een deeg verroerd en dan op zogenaamde walsenstoelen gehomogeniseerd, intens verwreven of vermengd. De zo aangemaakte verfmassa belandt nu door knotpersen, stansen of opvullen met vloeibare verf in  napjes. Voor knotpersen en stansen is een echt vaste consistentie noodzakelijk (vergelijkbaar met een soort forceerdeeg). Bij de eerste techniek wordt de verfmassa middels een vleesmolenachtig apparaat in 4-kantige knots geperst waarvan snoepjesgrote stukjes worden afgesneden en in de napjes gestopt. Bij de voor aquarelverf vandaag volgens ons weten niet meer gebruikelijke stanstechniek wordt de deeg tot een bepaalde dikte uitgerold en de verfsteentjes middels een draadrooster uitgestanst. Deze herstellingswijzen lijden naar een  relatief gering aandeel bindmiddelen. Om desondanks een goede vermengbaarheid met de verf te garanderen, bevatten zij een hoger aandeel aan ossengal. Ossengal ontspant het water dat daardoor makkelijker verf opneemt. De deerde methode gebruikt middels een verhoogd wateraandeel vloeibare verf. Het vulpproces moet meerdere keer worden herhaald omdat na elke herhaling een drogingsfase volgt. Het water verdampt, het droge aandeel bindmiddel blijft in de verfsteen over en zorgen ook zonder toevoeging van ossengal voor een overtuigend makkelijke oplosbaarheid. (Wij danken Prof. Wolf Wrisch (†) voor zijn onmisbare hulp bij de tekstformulering).

Ons ruime assortiment omvat aquarelverf in verschillende uitvoeringen:

  • halve napjes
  • hele napjes
  • tubes
  • pipetten-flacons
  • marker (pigmentmarker op waterbasis)
  • sticks aquareljrijten)
  • los
  • of in klassieke schilderkisten

Al onze aquarelverven, von studie- tot kunstenaarskwaliteit, bezitten het noodzakelijke lazuurvermogen en lichtechtheid. Het feit dat sommige pigmenten, en vaak juist de waardevolste soorten, alleen zwaar de verbinding met het bindmiddel aannemen, betekent geen kwaliteitsgebrek. Integendeel, het is gewoon een stoffelijke eigenschap van het pigment welke bij deze in hooggeconcentreerde of reine vorm bestaande kunstenaarspigmenten hoort en niet te onderdrukken valt. De indicaties met betrekking tot verwerking kunnen alleen maar losse richtlijnen zijn. Uiteindelijk komt het altijd op het soort bindmiddel en de manier van verwerking aan. Kunstenaarspigmenten zijn in het algemeen stoffelijk gedetineerd, zij zijn meestal monopigmenten, en de pigmentnaam kenmerkt de stoffelijke gesteldheid (bv. ijzeroxide, ultramarijn,  zwavelindigo, phthalocyanne ed.). Reine pigmenten zijn feitelijk alle anorganische pigmenten die ook compleet in pure vorm en onbehandeld zijn. Uit ervaring blijkt dat zich deze pigmenten bovendien makkelijk n deze vorm laten verwerken. Pigmenten die zich in reine toestand bijna niet normaal laten verwerken (organische pigmenten, roet) zijn door middels een minimum aan anorganische substanties zo opgebouwd dat het contact met het bindmiddel zich relatief makkelijk laat produceren.

Naast de monopimenten bestaan er klassieke mengpigmenten, zoals bv.

· Lithopone

· Goudoker

· Engelsrood

· Hooker’s Groen

· Dieppurper

Vooral in het groenbereik waar slechts enkele monopigmenten bestaan, worden altijd weer  mengpigmenten gekozen. Van huis uit vertegenwoordigen natuurlijk de aardkleuren deze mengpigmenten welke zogenaamd door de natuur uit kleurende bestanddelen en substraataarden gemengd zijn.

Vele kleuren met nieuw geformuleerde pigmenten baseren op het oude principe dat hoogbriljante organische en hoogdekkende anorganische pigmenten  met elkaar worden gecombineerd en daardoor briljante en dekkende pigmenten ontstaan. Dit is een principe dat wel in de populaire laktechniek gebruikt wordt, maar bij aquarelverven voorheen niet aan bod is gekomen.

Schilderen met aquarelverf

Voor het schilderen met aquarelverf en inkt worden vaak penselen met natuurlijke haren gebruikt. Hoe beter hiervan de kwaliteit, hoe betrouwbaarder herstelt zich de gewenste penseelpunt weer in zijn oorspronkelijke vorm resp. normaalvorm. Goede penselen zijn elastisch en stabiel. Voor de verschillende doelstellingen bestaat er een hoeveelheid aan penseelmodellen. Zo is het verwaspenseel bv. perfect geschikt om al gedroogde aquarelverf aan te lossen en om kleuren laten verlopen. Kleine ronde penselen zijn weerom ideaal geëigend om fijne correcties en details aan te brengen. Van grote betekenis voor het werken met aquarelverf zijn de primaire kleuren. Wel krijgt u alle kleuren kant-en-klaar gemengd in napjes en tubes. Puristen kunnen nog wel elke benodigde kleur volgens de regels van de kleurenleer zelf mengen. De favoriete techniek hiervoor is het lazuren, dus het overschilderen in meerdere lagen. Natuurlijk laten zich de kleuren uit napjes en tubes ook met water op een palet mengen, maar door deze methode verliezen de aquarelkleuren hun typische, schitterende glans. Bij de compositie van een schilderij wordt eerst met zachte en lichte kleuren begonnen en aansluitend door gegaan naar de donkerde kleuren. Dat is om de simpele reden dat de optie voor het lichter maken van een kleur achteraf bij aquarelverf alleen maar beperkt bestaat. Bij het proberen om te donker geraakte kleuren uit te wassen, ontstaan snel onzuivere kleuren en tegelijkertijd kan door te haard opruwen de ondergrond worden beschadigd. De ondergrond wordt in de compositie geïntegreerd, deels doorschijnend, deels wel ook als onveranderd te blijven staan. Deze manier van iets vrij laten van de overwegend witte ondergrond is typisch voor het aquarelleren en laat in verbinding met aangrenzende donkere oppervlakken indrukkwekkende lichteffecten ontstaan.. Aquarelverf kan samen met veel water zeer dun worden aangebracht, of omgekeerd, ook met heel weinig water worden aangebracht (granuleertechniek). Vaak wordt aquarelverf op  een vooraf licht bevochtigde ondergrond gebruikt of in nog natte gekleurde schilderijdeeltjes gezet om de typische aquarelstructuur te creëren. Daardoor worden uitgesproken verschillende effecten en beelduitwerkingen bereikt.

Informatie over de juiste ondergrond

De meest gebruikelijke ondergrond voor schilderijen met aquarelverf is papier. Vanaf de 15de eeuw werd  met de raasante ontwikkeling in de papierproductie een van de  belangrijkste voorwaarden voor het schilderen met aquarelverf geschapen. Daardoor kon zich het aquarelleren als zelfstandige kunstvorm ontplooien. Het vandaag gebruikelijke aquarelpapier gaat terug op de Engelse papiersoorten uit de 18de eeuw. Voor het aquarelleren is in het algemeen papier geschikt dat absorberend is, een ruwe textuur heeft maar alsnog voldoende glad is om een gelijkmatig verdelen van de verf  mogelijk te maken. Het normale gewicht van aquarelpapier ligt tussen 180 en 400 g/vm. Naast het industrieel gemaakte papier wordt er vaak ook handgeschept papier, zogenaamde Büttenpapier, en het Aziatisch  natuurlijke papier voor aquarels ingezet. Zelden komen textiele ondergronden voor. Een  speciaal  oppervlakdefect wordt bereikt met de techniek aquarel op doek. Daarbij wordt de aquarelverf pasteus of laserend op een met een speciale grondering geprepareerd doek aangebracht. Als varianten voor de gangbare ondergronden dienen reliëfachtige ondergronden die bv. gemaakt zijn door structuurpasta’s en gels en zich individueel vorm laten geven.